Wie zijn toch die gelukswandelaars?
Geschreven door
Tara Lewis
December 2020
Ondanks dat Joke van den Berg officieel met pensioen is, heeft ze het drukker dan ooit. “Dus toevallig heb ik een paar zaterdagen niet gewandeld omdat ik golfles had. Maar ik ga bijvoorbeeld aanstaande vrijdag. Als ik kan ga ik! Want het is zo leuk he. Het blijft ook leuk!”
Wanneer haar eerste gelukswandeling was? “Dat is al zo lang geleden, dat kan ik me écht niet meer herinneren.” Ze kent Misja uit de bioscoop Cinerama, waar ze allebei lang gewerkt hebben. Het begon met af en toe meewandelen. “Want ik werkte nog veel. Toen ik eenmaal minder diensten draaide was het standaard elke zaterdag en kwam de woensdagmiddag er soms bij. Het leuke is dat je mensen mee naar buiten neemt die weinig buitenkomen. Je ziet hoeveel plezier ze daarvan hebben en daar geniet ik dan weer van. En je bent bezig in de frisse lucht, praat met de mensen en gaat Rotterdam anders zien, dus voor jezelf is het net zo leuk. Je offert je niet op voor de mensen, het werkt twee kanten op. Je gaat gewoon gezellig wandelen, het is een uitje voor iedereen.”
Zelfs mensen die niet kunnen praten genieten zichtbaar, vertelt ze. “Ze bloeien helemaal op. Dat zie je aan de ogen, die leven weer. Soms krijg je een kneepje in je hand. Het maakt ze ook niet uit dat het koud is.” Heel soms zit er weleens een mopperaar tussen. “Moet ik naar buiten in dit weer, zeggen ze dan. Maar als ze terugkomen bedanken ze je tig keer.”
Of er nog een hoogtepunt was? “Nou het zijn allemaal bijzondere momenten. Zo hadden we een keer een rolstoelrace bij het Grote Visserijplein. Als iemand als eerste over de streep wordt geduwd vinden ze dat zó leuk!”
Ook als ze niet aan het Gelukswandelen is kijkt Joke anders om zich heen. “Misja heeft het de ene keer over juichriet, of dan is het weer een gelukkige dakpan. Dat zorgt er toch voor dat je meer op je omgeving let. Natuur, of gevels of andere kleine dingen. Dan zie ik graffiti ergens waarvan je echt gelukkig wordt. Soms denk ik dan: “Jammer dat Misja hier niet is!”